Ergens op deze Wereld nu en een hele tijd geleden werd er een jongen geboren.
Zijn naam doet er niet toe, want hij werd op heel veel plaatsen ter Wereld geboren in verschillende tijden. De jongen was een prachtige baby met twee liefde volle ouders van wie de namen er al even min toe doen. De mooie baby groeide uit tot een sportieve knaap met vele talenten, op school deed hij het prima. Hij haalde goede cijfers en was een voorbeeldig kind. Drie straten verder op woonde nog een jongen met dezelfde leeftijd. Hij was niet bijster slim en erg lui. Edoch zijn ouders waren trots op hun zoon omdat ze wisten dat hij er ook niks aan kon doen dat hij geboren was.
Op hun zestiende werden ze opgeroepen voor militaire dienst. Er heerste weer eens een stompzinnige oorlog, dus het leger dacht deze jongens goed te kunnen gebruiken, of moet ik zeggen misbruiken. Wat doet het er toe, het was voor volk en vaderland, veel meer was het niet. Beide jongens kwamen om in de verwoede strijd, nu al hartstikke dood en nog niet eens zo lang ter Wereld. Van dit soort jongens en meisjes liggen er miljoenen onder de groene zoden. Door de eeuwen heen vermoord terwijl ze vochten zo dachten ze voor een goede zaak. Hun land. Maar eigenlijk gingen ze dood voor of het nu de foute of voor de minder goede kant. Ze gingen voor een Koningshuis, voor een gesjeesde dictator of bijvoorbeeld een onmogelijk gedachte goed. Nu zijn ze weg en hebben al hun ouders pech. Die mensen zijn kapot van verdriet.